De basis van de lessen bestaat uit het zingen van klinkers op één toon. De docent stelt specifieke vragen die uitnodigen tot zelfonderzoek. Waarneming van je eigen stemgeluid is een voorwaarde voor verdere ontwikkeling. Deze ontwikkeling wordt gestimuleerd door gebruik te maken van verrassende elementen. Dit kunnen klankmaterialen zijn zoals klankschalen, oceandrum of rainstick, maar er wordt ook gebruik gemaakt van bijvoorbeeld stemvorken, kokers, stethoscoop of trampoline. Bewegingen van het eigen lichaam dienen ook vaak als hulpmiddel.
Door het speelse karakter komt de prestatie van het zingen op de achtergrond. Er ontstaat concentratie op het waarnemen van het eigen geluid. Dit zorgt voor energietoename van de klank terwijl het handelen afneemt. De natuurlijke werking van het lichaam die hierdoor wordt aangesproken zorgt voor een pure klank, die vaak al vanaf de eerste les wordt ervaren.
Deelnemers omschrijven deze klank als ‘helder, groots, gemakkelijk, vrij, intens, beweeglijk’.
Bestaande concepten komen in een nieuw daglicht te staan. Het denken kan worden losgelaten. Een proces van bewustwording en verandering komt op gang. Dit zal doorwerken zonder dat je hiervoor thuis veel herhalende oefeningen moet doen.